
De verwachtingswaarde bij een gedoogplichtbeschikking
In een recent vonnis biedt de rechtbank Noord-Holland inzicht in de rol die een eventuele verwachtingswaarde speelt bij de schadebegroting wegens een gedoogplichtbeschikking. Relevant zijn de regels uit het onteigeningsrecht.

Gedoogplicht ná uitvoering van de werkzaamheden
Is de oplegging van een gedoogplicht vijf jaar na uitvoering van de werkzaamheden in strijd met artikel 5.24 lid 1 Waterwet of met het systeem van deze wet? De rechtbank Rotterdam oordeelde van niet (ECLI:NL:RBROT:2022:8314).

Gedoogplichten: geen gecoördineerde voorbereiding
0 Reacties
/
Gedoogplichten hoeven niet gecoördineerd met het projectplan Waterwet voorbereid te worden. Het bestuursorgaan bevordert gecoördineerde voorbereiding van de besluiten die nodig zijn ter uitvoering van het projectplan. Besluiten inzake onteigening en nadeelcompensatie zijn uitgezonderd, en gedoogplichten dus ook, aldus de rechtbank Den Haag.

Geen belang bij verzet tegen ondergrondse kabel
Mocht Enexis een kabel leggen zonder toestemming van opstalgerechtigde KEM? Ja, zo oordeelde de rechtbank Oost-Brabant op 21 april 2021 (ECLI:NL:RBOBR:2021:1816). De kabel is zo diep aangelegd, dat KEM geen belang heeft zich daartegen te verzetten (artikel 5:21 lid 2 BW). Enexis heeft niet onrechtmatig gehandeld.

Commercieel medegebruik zonder toestemming grondeigenaar
De FGP stelt dat sprake is van ongeoorloofd (commercieel) medegebruik en verhuur door TenneT van onbenutte overcapaciteit van mantelbuizen bij hoogspanningsverbindingen. De ACM had het handhavingsverzoek niet in behandeling genomen. Ten onrechte, zo oordeelde de rechtbank Rotterdam.

Liggen om niet, verleggen om niet! Of toch niet?
Voor telecomkabels geldt het adagium ‘liggen om niet, verleggen om niet’. Toch moet Maasdelta de verplaatsingskosten van KPN dragen. Het hof Den Haag oordeelt dat Maasdelta ten tijde van het verplaatsingsverzoek nog niet ‘gehouden’ was om de grond te leveren en de oprichting van het gebouw nog niet ‘voldoende bepaalbaar’ was.

Overdraai windturbine: zo hoog geen toestemming nodig?
Als een windturbine op meer dan 60 meter hoogte overdraait, is dan nog sprake van inbreuk op het eigendomsrecht van de grondeigenaar? En heeft die dan een gerechtvaardigd belang om zich daartegen te verzetten? In een spoed kort geding heeft het Hof Amsterdam in hoger beroep over deze en andere vragen geoordeeld.

Oppervlaktecriterium gedoogplicht Waterwet vs. BP
Een gedoogplicht als bedoeld in artikel 5.24 Waterwet mag alleen worden opgelegd wanneer de belangen van rechthebbenden niet onteigening vorderen. Dat is het geval indien de benodigde oppervlakte gering is in verhouding tot het totale grondoppervlak van de rechthebbende, zo bevestigt de uitspraak van de Afdeling van 10 juni 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1371). Opvallend is dat bij de toetsing van BP-gedoogplichten de standaardoverweging is dat het gaat om de verhouding tot het totale 'aaneengesloten' grondoppervlak.

Gebruiksvergoeding bij gedoogplichten: ontwerpregeling in consultatie
De Omgevingswet voorziet in een ‘redelijke gebruiksvergoeding’ bij gedoogplichten voor bepaalde ontwikkelingen door (commerciële) initiatiefnemers, bovenop de schadevergoeding. Vandaag (27 mei 2020) is de consultatieversie gepubliceerd voor de regeling waarin regels worden gegeven voor de hoogte van die gebruiksvergoeding. De jaarlijkse vergoeding wordt bepaald volgens de formule: gebruiksvergoeding = grondoppervlakte (m²) x grondwaarde x jaarlijks verondersteld rendement van de grond van (forfaitaire factor) 2%

Gedoogplicht en oppervlaktecriterium: 6,75% is geringe oppervlakte
De rechtbank Den Haag heeft een gedoogplicht ex art. 5.24 Waterwet…