Vergoeding kosten onderzoek zelfrealisatie

Dit arrest bevat een interessante overweging ten aan zien van de proceskosten. Voorts geeft de Hoge Raad aan welke kosten in aanmerking moeten worden genomen bij de bepaling van het voordeel vanwege onwinbare bodembestanddelen, zie daarvoor de bijdrage ‘Bodembestanddelen, verleggingskosten en eliminatie‘ elders op dit blog.

Casus

Onteigend werd om de vergraving van een uiterwaard (Welsumerwaarden) mogelijk te maken ten behoeve van rivierverruiming. In het gebied was een gastransportleiding aanwezig, die eerst verlegd zou moeten worden om de aanleg van het werk mogelijk te maken. De eigenaar had zich in de administratieve fase van de onteigeningsprocedure tegen de onteigening verweerd met een beroep op zelfrealisatie. Hij vroeg om vergoeding van de in verband met dat verweer gemaakte kosten., waartoe hij ook rekende de kosten die betrekking hadden op het onderzoek naar de mogelijkheid van zelfrealisatie.

Rechtbank

De Rechtbank oordeelde dat kosten die betrekking hebben op het onderzoek naar de mogelijkheid van zelfrealisatie niet behoren tot de kosten die op de voet van artikel 50 Ow redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking komen. Om die reden werd ex aequo et bono een bedrag van € 20.000,— in mindering gebracht op de gemaakte deskundigenkosten.

Hoge Raad

De Hoge Raad verwijst naar eerdere rechtspraak, waarin is geoordeeld dat ook de kosten die gemoeid zijn met het voeren van verweer tegen de beoogde onteigening vanwege de wens tot zelfrealisatie behoren tot de kosten bedoeld in artikel 50 Ow. Om die reden wordt het vonnis van de Rechtbank vernietigd.

Commentaar

Hoewel de Hoge Raad dat niet met zoveel woorden zegt, is hij kennelijk van oordeel dat ook de kosten die betrekking hebben op het onderzoek naar de mogelijkheid van zelfrealisatie te beschouwen zijn als kosten die gemoeid zijn met het voeren van verweer. Het is jammer dat de Hoge Raad dit oordeel niet verder onderbouwt. Juist daar dacht de Rechtbank immers anders over.

De onteigenende partij werd in cassatie bijgestaan door mr. M.W. Scheltema en in de feitelijke instantie door Nysingh.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *