Kritiek KNB Aanvullingswet grondeigendom

Naast onder meer de Vereniging voor Onteigeningsadvocaten en de Vereniging voor Onteigeningsrecht heeft ook de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) kritiek geuit op de Aanvullingswet grondeigendom (Omgevingswet). De KNB bekritiseert dit wetsvoorstel bij brief van 14 september 2016 en gaat in op de thema’s voorkeursrechten, de onteigeningsprocedure en de stedelijke kavelruil. In het navolgende wordt de kritiek op de onteigeningsprocedure besproken, nu de notaris voor deze procedure in het wetsvoorstel een belangrijke rol krijgt.

Afbreuk aan uitvoering en rechtsbescherming

In reactie op het wetsvoorstel heeft Nysingh (zie deze eerdere bijdrage), net als anderen, aangeven dat de nieuwe processuele veranderingen zullen leiden tot vertraging van het proces en een verminderde rechtsbescherming voor de grondeigenaar. Ook de KNB deelt deze vrees. Bovendien voorziet de KNB problemen bij de controlerende taak die de notaris in de toekomst zal hebben. Door de notaris te laten controleren of de onteigeningsbeschikking en het besluit ter uitvoering van de onteigening onherroepelijk zijn geworden, wordt de notaris (zeker in het kader van verschoonbare termijnoverschrijdingen) een forse onderzoeksplicht opgelegd. De KNB betoogt dat het wijzer zou zijn de notaris slechts de bewijsstukken dat aan de eisen voor onteigening voldaan zijn te laten controleren, maar hem daar geen inhoudelijk oordeel over te laten vellen. De KNB voorziet dat een notaris die twijfelt over de inhoudelijke gronden, ministerie zal weigeren en zich middels een kort geding tot ministerie zal laten dwingen.

Verschoonbare termijnoverschrijding?

Ook indien een belanghebbende een procedure aanhangig maakt na de beroepstermijn en een beroep doet op een verschoonbare termijnoverschrijding, voorziet de KNB dat de notaris het passeren van de akte achterwege zal laten. Het gevolg daarvan is dat een belanghebbende die op een later moment de procedure wil traineren, met een beroep op een verschoonbare termijnoverschrijding de onteigening aanmerkelijk kan frustreren. De onteigenende overheid zal dan alsnog genoodzaakt zijn zich tot de civiele rechter (in kort geding) te wenden. Het behoeft geen nader betoog dat deze aanpassingen de onteigeningsprocedure niet eenvoudig beter maken.

Eind november zal de Aanvullingswet grondeigendom in een Algemeen Overleg van de Tweede Kamer worden behandeld.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *