Verleggen kabels onteigening Blankenburgverbinding

In de Staatscourant van 11 juli 2017 is gepubliceerd het Koninklijk Besluit van 14 juni 2017 (nr. 201700975) voor de onteigening ten behoeve van de Blankenburgverbinding.

Werk waarvoor onteigend wordt

De onteigening wordt verzocht om de realisatie mogelijk te maken van de Blankenburgverbinding. Dit betreft de aanleg van een nieuwe rijksweg A24 tussen de rijkswegen A20 ten westen van Vlaardingen (Krabbeplas) en A15 ten oosten van Rozenburg (aansluiting Droespolderweg-Botlekweg), alsmede de aanleg van twee nieuwe knooppunten voor de aansluiting van de A24 met de A20 en de aansluiting van de A24 met de A15.

Daarnaast ziet het verzoek op de reconstructie van de A20 tussen knooppunt Kethelplein en de kruising A20-Boonervliet en de reconstructie van de A15 vanaf 900 meter ten westen van de kruising A15-Havenspoorlijn tot de kruising A15-Theemsweg, met bijkomende werken in de gemeenten Vlaardingen en Rotterdam.

Zienswijzen

Tegen het verzoek om onteigening zijn drie zienswijzen ingediend. De zienswijzen zien in belangrijke mate op het gevoerde minnelijk overleg.

Kosten voor het verleggen van kabels

Een van de reclamanten voert aan dat zij op grond van artikel 40 Onteigeningswet recht heeft op een vergoeding voor de kosten die gemoeid zijn met de verplaatsing van haar telecomkabels. Verzoeker is echter van mening dat reclamante op grond van de Telecommunicatiewet op eigen kosten tot verlegging van de telecomkabels moet overgaan.

Volgens reclamante druist het standpunt van verzoeker in dit specifieke geval in tegen de gedachte van de wetgever. Hoewel het de grondgedachte van de Telecommunicatiewet is dat telecomkabels gedoogd moeten worden en dat deze kabels om niet verplaatst moeten worden, is dit volgens reclamante in dit geval niet van toepassing nu met de grondeigenaren een recht van opstal is overeengekomen.

De Kroon merkt op dat de zienswijze ingegeven wordt door een verschil van inzicht tussen partijen over het al dan niet in het kader van de onteigening toekennen van een schadeloosstelling voor de kosten van de verplaatsing van de telecomkabels. Dit verschil van inzicht is daarmee financieel van aard. Voor zover reclamante in haar zienswijze aanvoert dat hierdoor het minnelijk overleg onvoldoende is, overweegt de Kroon dat dit deel van de zienswijze wordt ingegeven door hetzelfde verschil van inzicht, waardoor ook dit aspect financieel van aard is. Dat reclamanten het niet eens zijn met de uitgangspunten die verzoeker in het kader van het minnelijk overleg hanteert en van mening zijn dat zij wel een vergoeding moeten ontvangen, maakt volgens de Kroon echter nog niet dat er geen serieus minnelijk overleg is gevoerd.

Artikel 5.9 Telecommunicatiewet

Om een oordeel te krijgen over de vraag wie de kosten draagt voor het verleggen van de glasvezelkabels, zal reclamante de discussie over de kosten van het verleggen van de glasvezelkabels in de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde moeten stellen.

Op voorhand lijkt de kans op succes in deze gerechtelijke fase echter klein. Gelet op artikel 5.9 Telecommunicatiewet is de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk immers verplicht op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, op verzoek van bijvoorbeeld de Minister van Infrastructuur en Milieu in de kader van de uitvoering van een werk waarvoor een Tracébesluit is vastgesteld.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *