Onteigening familiebedrijf: reconstructie van “unique selling point”

Ten behoeve van de verlegging van de Zuid-Willemsvaart is onteigend een pand waarin onder meer een opnamestudio aanwezig was. De reconstructie van deze studio blijkt kostbaar, mede doordat de mogelijkheden om dat te doen beperkt zijn. Toch oordeelt de rechtbank dat de schadeloosstelling dient te worden bepaald op basis van het uitgangspunt dat de studio gereconstrueerd wordt. Daartoe wordt overwogen dat de studio een “unique selling point” vormt van de onderneming die in het onteigende pand gevestigd was, doordat de onderneming zich door de aanwezigheid van de studio kan onderscheiden van andere bedrijven in de branche. Bij tussenuitspraak van 21 september 2016 (ECLI:NL:RBOBR:2016:5157) acht de rechtbank om die reden niet van belang of de studio binnen het familiebedrijf op zichzelf een winstgevend element oplevert.

Reconstructie familiebedrijf

Deskundigen hadden geadviseerd dat de eigenaar haar door de onteigening vrijkomend vermogen direct opnieuw zou beleggen en dat de huurder (de vennootschap waarin de onderneming is ondergebracht) bij derden zou gaan huren. De rechtbank oordeelt anders. Omdat sprake is van een familiebedrijf en daarmee van een personele verwevenheid tussen eigenaar en huurder van het pand, dient de schadeloosstelling begroot te worden op basis van het uitgangspunt dat de eigenaar opnieuw investeert ten behoeve van de onderneming/huurder. De rechtbank acht daarbij van belang dat huurder en verhuurder, nu zij deel uitmaken van hetzelfde (familie)bedrijf, een gezamenlijk doel/belang hebben: het waarborgen van de continuïteit en succes van het bedrijf.

Integriteit en onpartijdigheid rechtbankdeskundigen

Deze uitspraak is gewezen in de procedure die na verwijzing is gevolgd op het arrest van de Hoge Raad van 31 oktober 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3076). Het betreft een tussenuitspraak waarin deskundigen opgedragen worden een nader advies uit te brengen. Daarbij neemt de rechtbank nadrukkelijk afstand van de uitlatingen van de raadsvrouwe van de gedaagde partijen ”voor zover zij daarbij -mede op persoonlijke titel- de integriteit en onpartijdigheid van de door de rechtbank benoemde deskundigen in twijfel heeft getrokken”.

In deze procedure wordt de Staat door Nysingh bijgestaan.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *