Koninklijke Besluiten gepubliceerd in januari en maart 2019

In de maand januari 2019 is het volgende Koninklijk Besluit gepubliceerd:

  • KB van 20 december 2018, nr. 2018002398 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Binnenmaas krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor de aanleg van een P+R-terrein met ontsluitingsweg aan de westzijde van de provinciale weg N217 en noordzijde van de Reedijk en het bestaande busstation Heinenoord en gelegen tussen het buurtschap Blaaksedijk, de kernen Heinenoord en Mijnsheerenland en de rijksweg A29, met bijkomende werken), Titel II

In de maand februari 2019 zijn twee Koninklijke Besluiten geslagen en deze zijn in maart gepubliceerd:

  • KB van 8 februari 2019, nr. 2019000240 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer, Amstelveen en Ouder-Amstel krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor het verbreden en deels verdiept leggen en overkappen van de rijksweg A9 tussen de knooppunten Badhoevedorp en Holendrecht Zuid, met bijkomende werken), Titel II;
  • KB van 7 februari 2019, nr. 2019000232 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Oude IJsselstreek krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan N317 rotonde Bontebrug), Titel IV.
Titelkeuze onteigening: IIa of IV?

Uit het KB P+R Heinenoord (provincie Zuid-Holland) volgt dat een P+R terrein op grond van titel IIa Onteigeningswet worden kan onteigend. Volgens reclamant is een dergelijk terrein niet aan te merken als een weg en had het verzoek om onteigening daarom op titel IV gestoeld moeten worden.

De Kroon volgt dit standpunt niet. Het P+R terrein gaat een functie vervullen ten behoeve van de afwikkeling van het openbare verkeer en het doorgaande verkeer. Hiermee is sprake van de aanleg van een weg. Dit wordt ondersteund door de uitleg die aan het begrip wegen is gegeven in de Wegenverkeerswet 1994 en de Wegenwet.

Volgens deze uitleg is het van belang of een bepaald terrein een functie vervult ten behoeve van de afwikkeling van het openbare verkeer. De Kroon verwijst hierbij naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:CA1331). In die uitspraak overweegt de Afdeling nadrukkelijk dat parkeren een onderdeel uitmaakt van de afwikkeling van het verkeer. Daarmee zijn parkeerplaatsen en parkeerterreinen eveneens wegen in de zin van de Wegenwet.

Meest gerede partij indienen onteigeningsverzoek

In hetzelfde KB wordt opgeworpen dat niet de provincie, maar de gemeente om onteigening had moeten verzoeken. De gemeente heeft immers het bestemmingsplan voor het P+R terrein in procedure gebracht.

Dit maakt volgens de Kroon de gemeente nog niet de meest gerede partij voor het indienen van een onteigeningsverzoek. De provincie gaat het P+R-terreinterrein realiseren en is verantwoordelijk voor de kosten voor de planvorming en realisatie. In dat kader voert de provincie ook het overleg over de minnelijke verwerving van de benodigde gronden. Bij minnelijke overeenstemming koopt de provincie deze gronden ook aan. Na realisatie van het werk gaat de provincie het P+R-terrein beheren. Dit is nu ook het geval met het naastgelegen reeds bestaande busstation, ook eigendom van de provincie. De provincie behoudt tot slot, ook na de realisering, de eigendom van de grond.

De Kroon weegt al deze omstandigheden. De conclusie is dat de provincie als meest gerede partij het verzoek om onteigening kon indienen. Anders dan reclamant meent, is een overdracht van bevoegdheden is hiervoor niet vereist.

PM-post in aanbod

In het KB A9 Badhoevedorp/Holendrecht Zuid speelt de vraag of een aanbod voorafgaand aan de administratieve fase nog PM-posten mag bevatten. Kennelijk bestond tussen reclamant en verzoeker een discussie of sprake zou zijn van waardevermindering van het overblijvende. Hiertoe zou de adviseur van reclamant aan verzoeker inzicht geven in de huurcontracten. Reclamant reageert echter richting verzoeker dat zij alleen in een totaalovereenstemming geïnteresseerd is, zonder PM-posten. Pas op het moment waarop zij van verzoeker een totaalaanbieding zonder dergelijke posten ontvangt, is zij bereid het minnelijk overleg te vervolgen.

Hiermee staat voor de Kroon genoegzaam vast dat op het moment van start van de administratieve onteigeningsprocedure op korte termijn geen overeenstemming met reclamant bereikt zou worden. Dat verzoeker de post waardevermindering van het overblijvende als PM-post in zijn biedingen heeft opgenomen maakt volgens de Kroon de biedingen nog niet loos of voor de vorm gedaan.

MEER INFORMATIE?

Voor meer informatie over de onteigeningsprocedure of andere vragen over grondverwerving kunt u contact opnemen met Carola van Andel, onteigeningsadvocaat, (t: +31 (0)6 13 00 45 93 of e: carola.vanandel@nysingh.nl).

Meer lezen over recent gepubliceerde KB’s

Koninklijke Besluiten gepubliceerd eind 2018 en begin 2019

Koninklijke Besluiten gepubliceerd in november en begin december

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *