Groep omwonenden geen belanghebbende KB

In het eerste gepubliceerde KB van 2017, geslagen op 20 december 2016 (nr. 2016002261) inzake de Uitbreiding Sluis Eefde staat onder meer de vraag centraal of een groep omwonenden als belanghebbende in de administratieve onteigeningsprocedure kan worden aangemerkt.

Werk waarvoor onteigend wordt

De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft verzocht om gronden ter onteigening aan te wijzen om de uitbreiding van de Sluis Eefde in de gemeente Lochem mogelijk te maken. Het betreft een bestemmingsplanonteigening (titel IV). Om de wachttijd voor de scheepsvaart te beperken en de betrouwbaarheid van de sluis te vergroten wordt een tweede sluiskolk aangelegd. Daarnaast zal de dijk aan de noordzijde worden verlegd en het gebied opnieuw worden ingericht. Voor uitvoering van dit plan moeten drie bij de sluis gelegen woningen wijken.

Zienswijzen

Tegen het ontwerp-KB zijn drie zienswijzen ingediend. Een van die zienswijzen is ingediend door een groep van gelijkgestemde inwoners van Eefde. Deze groep woont in de directe omgeving van de Sluis Eefde en kan zich niet in de uitbreiding van de sluis vinden. Dit zou desastreuze gevolgen hebben voor het woon- en leefklimaat en om die reden keert deze groep zich tegen de onteigening.

De Kroon concludeert echter dat de reclamanten niet in hun zienswijze kunnen worden ontvangen en dat deze daarom buiten beschouwing gelaten moet worden. Geen van de reclamanten heeft namelijk gronden in eigendom die betrokken zijn in de onderhavige procedure, noch rechten op gronden die zijn begrepen in het verzoek om onteigening.

De Kroon overweegt:

“Als uitgangspunt voor de beoordeling van de ontvankelijkheid geldt dat als belanghebbende in de administratieve onteigeningsprocedure kan worden aangemerkt, degene die zakelijke of persoonlijke rechten kan doen gelden op de in een onteigeningsbesluit begrepen gronden, dan wel degene, wiens belang uit andere hoofde rechtstreeks bij een onteigeningsbesluit betrokken is.”

Restcategorie belanghebbende

De conclusie van de Kroon lijkt ons volledig juist, opvallend is alleen dat de Kroon niet nog concludeert dat overigens ook niet is gebleken dat het belang van de reclamanten uit andere hoofde rechtstreeks bij het onteigeningsbesluit is betrokken. Dit is een wat vage restcategorie, wanneer is hiervan sprake?

Iemand kan bijvoorbeeld belanghebbende zijn op grond van een contractuele relatie met de eigenaar, zo volgt uit het koninklijk besluit van 30 mei 2011 (nr. 11.001310, Gorinchem Hoog Dalem). Megahome achtte zich belanghebbende bij dat onteigeningsbesluit uit hoofde van haar contractuele relatie met de eigenaar. Deze relatie stoelde blijkbaar op een door de rechtsvoorganger van Megahome met de eigenaar gesloten koopovereenkomst met uitgestelde levering, welke overeenkomst zag op het door die rechtsvoorganger kunnen innemen van een grondpositie die het mogelijk zou moeten maken een deel van het (toekomstige) bestemmingsplan zelf te realiseren. Volgens Megahome heeft de eigenaar deze overeenkomst gestand gedaan. Uit aan de Kroon overgelegde stukken, waaronder een door de eigenaar aan Megahome verstrekte volmacht om naar eigen inzicht namens hem op te treden in publiekrechtelijke en civiele procedures, mag volgens de Kroon worden opgemaakt, dat tussen reclamanten en ook in hun relatie met de gemeente, er zonder meer van werd uitgegaan, dat Megahome als belanghebbende partij bij de onteigening en het daaraan voorafgaande minnelijk overleg kon worden aangemerkt. Gelet op deze feiten en omstandigheden heeft de Kroon ook Megahome als belanghebbende in haar zienswijzen ontvangen.

Zie over een andere discussie omtrent het belanghebbende begrip in de administratieve onteigeningsprocedure tevens onze bijdrage over de eerdere discussie over de vraag of een hypotheekhouder een persoonlijke kennisgeving van het ontwerp-KB dient te ontvangen.

Onteigening ondanks bereikte overeenstemming

In het KB Sluis Eefde herhaalt de Kroon tot slot dat ondanks dat hangende de administratieve onteigeningsprocedure overeenstemming tussen partijen is bereikt over de prijs, de onteigening noodzakelijk blijft. Van het verlijden van een akte van levering voor de notaris is immers nog geen sprake en blijkens de onteigeningspraktijk leidt het bereiken van een grote mate van overeenstemming niet in alle gevallen automatisch tot een probleemloze eigendomsoverdracht. Nu de urgentie van de uitvoering van het werk geen vertraging toelaat in de onteigening van de benodigde onroerende zaken, wijst de Kroon alle gronden waarvoor onteigening is verzocht ter onteigening aan.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *