Groen licht Europese Commissie voor uitkoopregelingen Nederlandse boeren

De Europese Commissie heeft de uitkoopregelingen ‘Lbv’ en ‘Lbv-plus’ voor Nederlandse boeren onlangs goedgekeurd. Met de twee regelingen beoogt de Nederlandse overheid om de stikstofdepositie in natuurbeschermingsgebieden te verminderen door veehouders in deze gebieden te compenseren voor de vrijwillige definitieve sluiting van hun veehouderijlocaties (oftewel door ze uit te kopen).

Kleine en middelgrote veehouders wiens huidige stikstofdepositie bepaalde minimumniveaus overschrijdt, kunnen aanspraak maken op de subsidies. De Lbv-plus regeling staat open voor zogenoemde piekbelasters en vergoedt – naast de verliezen die worden geleden door het sluiten van de veehouderijen – ook de verloren productiecapaciteit tot wel 120%.

Staatssteun uitkoopregeling

Omdat met de subsidies (mogelijk ontoelaatbare) staatssteun wordt verleend aan de boeren, moest de Europese Commissie zich op grond van de Europese staatssteunregels (namelijk art. 108 lid 3 van het Werkingsverdrag van de Europese Unie) zich eerst over deze steunregelingen buigen en goedkeuring verlenen. Deze goedkeuring heeft de Europese Commissie verleend, aangezien de regelingen in overeenstemming zijn met art. 107 lid 3 sub c van het Werkingsverdrag en de ‘Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden van 2023’. Art. 107 lid 3 sub c bepaalt namelijk dat steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken verenigbaar met de interne markt zijn, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

De steunregelingen doorstaan dus deze hiervoor vermelde toets. Daarvoor is volgens de Europese Commissie van belang dat:

  • de steun het gemakkelijker maakt om bepaalde locaties te sluiten, wat gunstig is voor de duurzame en milieuvriendelijke ontwikkeling van de veehouderij. Tegelijkertijd bevordert de steun de doelstellingen van belangrijke beleidsinitiatieven van de EU, zoals de Europese Green Deal;
  • de regelingen noodzakelijk en geschikt zijn om de milieuomstandigheden in de betrokken gebieden te verbeteren en een hoogwaardige, duurzame en milieuvriendelijke productie mogelijk te maken. Ook is de steun evenredig, aangezien deze tot het noodzakelijke minimum beperkt blijft;
  • de steun positieve effecten heeft die opwegen tegen mogelijke verstoringen van de mededinging en het handelsverkeer in de EU.  Bovendien verbinden de begunstigden zich ertoe hun veehouderij definitief te sluiten. Deze toezegging is ook bindend voor een eventuele toekomstige koper of gebruiker van de locatie in kwestie. de steun het gemakkelijker maakt om bepaalde locaties te sluiten,
Woest aantrekkelijk?

De vraag is nu of deze uitkoopregeling voldoende effect sorteren om een deel van de stikstofcrisis op te lossen. Zijn deze uitkoopregelingen woest aantrekkelijk genoeg om nu voldoende piekbelaster te verleiden te stoppen met hun bedrijfsvoering of zal uiteindelijk toch het onteigeningsinstrument van stal gehaald moeten worden? De praktijk plaatst hier twijfels bij, zie bijvoorbeeld het artikel Is deze uitkoopregeling echt ‘woest aantrekkelijk’? Agrarische makelaars zijn sceptisch in het FD van 14 mei 2023.

Met name het beroepsverbod wordt als een dealbreaker gezien, wat natuurlijk goed voorstelbaar is bij prima lopende agrarische bedrijven met bedrijfsopvolging. De verwachting is dan ook dat met name agrariërs die al voornemens waren binnen afzienbare termijn te gaan stoppen van deze regelingen gebruik zullen maken. De tijd zal het leren. Eind deze maand komt minister Van der Wal met meer duidelijkheid over regelingen voor verplaatsen en innovatie.  Ook deze regelingen zullen nog aan de Europese Commissie voorgelegd moeten worden.

Meedenken gemeenten, provincies en waterschappen vereist voor transitie landelijk gebied

Als een agrarisch bedrijf besluit gebruik te maken van een stoppersregeling, hoe verhoudt dit zich dan met de nevenfuncties op dit bedrijf? Minister Van der Wal gaf vorige week in het debat met de Tweede Kamer aan dat het cruciaal is dat ook de gemeenten flexibiliteit tonen en meedenken over het aanpassen van bestemmingsplannen naar eventueel andere functies. Voorkomen moet worden dat het boerenbedrijf eindigt en daarmee ook bijvoorbeeld de daaraan verbonden kinderopvang of zorgboerderij moet stoppen. Maatwerk in bijvoorbeeld het bestemmingsplan is hiervoor dringend gewenst en een (mooie) uitdaging voor alle betrokken lagere overheden om te komen tot een transitie van het landelijk gebied.

MEER WETEN?

Deze bijdrage is geschreven door Carola van Andel, onteigeningsadvocaat, en Mirthe Visser, advocaat aanbestedingsrecht en staatssteun. Voor meer informatie over maatwerk bij de transitie van het landelijk gebied, inzet van het onteigeningsinstrument of andere vragen over grondverwerving kunt u contact opnemen met Carola van Andel, (t: +31 (0)6 13 00 45 93 of e: carola.vanandel@nysingh.nl) of een andere specialist van ons Team Grondzaken.