Eliminatie bij taxatie inbrengwaarden exploitatieplan

In een uitspraak van 26 april 2023 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2023:1639) aandacht voor eliminatie inbrengwaarden (artikel 40c Ow) bij een exploitatieplan. Ook bevestigt de Afdeling haar eerdere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2013:BZ8428) omtrent het herstel van een gebrek in het kader van een bestuurlijke lus.

Feiten en het geschil

 Bij tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad van de gemeente Haarlemmermeer opgedragen de geconstateerde gebreken te herstellen in het besluit van 19 juli 2018 tot vaststellen van het exploitatieplan ‘Badhoevedorp De Veldpost’. De gebreken zien onder andere op de taxatie van de inbrengwaarde van de gronden van Kennemerland Beheer B.V. Met het herstelbesluit van 5 november 2020 heeft de raad het exploitatieplan opnieuw vastgesteld.

Kennemerland Beheer B.V. kan zich niet verenigen met dit herstelbesluit. De raad zou zich ten onrechte hebben gebaseerd op verouderde feiten en omstandigheden. In het bijzonder geldt dit voor het vasthouden aan de peildatum die ook eerder was gehanteerd in het besluit van 19 juli 2018.

Daarnaast zouden er geen recente referentietransacties zijn gebruikt en zijn de gronden in het herstelbesluit te laag getaxeerd. Dit omdat de op de gronden gelegde bestemming (‘Sport-2’) geëlimineerd zou moeten worden en dus waardering op basis van een agrarische bestemming dient plaats te vinden, rekening houdend met de verwachting dat die bestemming zou worden gewijzigd in een lucratievere bestemming.

Ten slotte had volgens Kennemerland Beheer B.V. rekening gehouden moeten worden met het feit dat er inmiddels een Koninklijk Besluit is genomen. Daardoor had een vaststelling van de inbrengwaarden van de gronden moeten plaatsvinden op basis van een volledige schadeloosstelling zoals bedoeld in de onteigeningswet.

Intermezzo

De gemeente Haarlemmermeer en Kennemerland Beheer B.V. staan al jaren tegenover elkaar ter zake van deze ontwikkeling, wat interessante rechtspraak oplevert. Zie bijvoorbeeld deze eerdere bijdrage op dit blog.

Herstel van het gebrek – peildatum houdt stand

In het algemeen geldt dat een bestuursorgaan bij herstel van een gebrek in het kader van een bestuurlijke lus mede acht dient te slaan op inmiddels gewijzigde feiten en omstandigheden. Dit beginsel kan onder bepaalde omstandigheden tot een uitzondering lijden. Naar het oordeel van de Afdeling doet zich in dit geval een dergelijke uitzondering voor. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het herstelbesluit een correctie vormt van het oorspronkelijke exploitatieplan van en voor dat plan in de plaats komt.

Uit de tussenuitspraak vloeit niet voort dat die peildatum onjuist is of mogelijk onjuist is. Onder die omstandigheid was de raad, mede in aanmerking genomen dat artikel 6.15 Wet ruimtelijke ordening een jaarlijkse herziening van het exploitatieplan verlangt, niet gehouden om een andere peildatum te hanteren. Om dezelfde reden was de raad niet verplicht bij het herstelbesluit nieuwe referentietransacties in aanmerking te nemen en bij de vaststelling van de inbrengwaarden uit te gaan van een volledige schadeloosstelling.

Eliminatie artikel 40c Ow – geen eliminatie inbrengwaarden sportbestemming

De Afdeling is van mening dat het voorziene sport- en groengebied, als voorzien in de bestemmingsplannen ‘Badhoevedorp Veldpost’ en ‘Badhoevedorp Lijnden-Oost’ te kwalificeren is als een overheidswerk in de zin van artikel 40c Ow. Hoewel de te realiseren clubgebouwen en bijbehorende voorzieningen voor rekening en risico van de sportclubs zijn, wordt dit allemaal gerealiseerd op de door de gemeente voor haar rekening en risico bouwrijp te maken gronden.

Voorts meent de Afdeling dat de eerdere bestuursovereenkomst ‘overeenkomst omlegging A9 Badhoevedorp’ niet kan worden beschouwd als een voldoende concreet plan voor een overheidswerk in de zin van artikel 40c Ow.

Immers, het sportpark waarop de bestuursovereenkomst betrekking had, was ook voorzien op gronden die geen deel uitmaken van het exploitatieplangebied en het plangebied van het bestemmingsplan ‘Badhoevedorp De Veldpost’, maar van het bestemmingsplan ‘Badhoevedorp Lijnden-Oost’, waarin aan die gronden een natuurbestemming is toegekend. Niet kan worden aangenomen dat de bestemming ‘Sport-2’ door niets anders is bepaald dan de bestuursovereenkomst. De Afdeling komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat de door Kennemerland Beheer B.V. overgelegde rapporten ten onrechte uitgaan van eliminatie van de sportbestemming.

Conclusie – terughoudendheid bij toepassing eliminatiebeginsel

 Uitgangspunt blijft dat eliminatie op grond van artikel 40c Ow terughoudend moet worden toegepast. Van eliminatie kan alleen sprake zijn als er sprake is van een ‘overheidswerk’. Enkel voorbereidingswerk voor een overheidswerk is onvoldoende om aan te merken als overheidswerk, daarvoor moet er een voldoende concreet plan bestaan.

Wat betreft de eliminatie van de bestemming ‘Sport-2’ vult de Afdeling de regel van artikel 40c Ow in, een werk kan namelijk alleen worden aangemerkt als overheidswerk wanneer het volledig voor rekening en risico van rechtspersonen als bedoeld in artikel 2:1 lid 1 en 2 BW wordt gebracht.

Vervolgens past de Afdeling de regel alsnog terughoudend toe met haar conclusie dat de bestuursovereenkomst een niet concreet genoeg plan is om te worden aangemerkt als overheidswerk.

Meer weten?

Deze bijdrage is geschreven door Carola van Andel en Babette van Driel. Voor meer informatie over herziening van een exploitatieplan, eliminatie inbrengwaarden of andere vragen over grondzaken kunt u contact opnemen met Carola van Andel, onteigeningsadvocaat, (t: +31 (0)6 13 00 45 93 of e: carola.vanandel@nysingh.nl) of een andere specialist van ons Team Grondzaken.