Wachten met dagvaarden tot na vervroegde descente?

De rechtbank Den Haag heeft op 7 maart 2018 bevestigd dat niet vereist is dat de vervroegde descente moet hebben plaatsgevonden voordat kan worden overgegaan tot dagvaarding tot vervroegde onteigening. Het zou haaks staan op het doel van versnelling wanneer vereist zou zijn dat met dagvaarden wordt gewacht totdat de vervroegde descente heeft plaatsgevonden.

Samenloop vervroegde descente en vervroegde onteigening

De gemeente Pijnacker-Nootdorp had een dagvaarding tot vervroegde onteigening (artikel 54f Ow) uitgebracht voordat was beslist op haar verzoek om een vervroegde descente (artikel 54a Ow). Gedaagde had zich, onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis, op het standpunt gesteld dat de gemeente niet ontvankelijk moest worden verklaard in haar vorderingen, althans dat die vorderingen moesten worden afgewezen, omdat deze handelswijze in strijd zou zijn met de Onteigeningswet.

Dagvaarding niet prematuur

De rechtbank deelt dat standpunt niet en oordeelt dat het (nagenoeg) gelijktijdig aanhangig maken van een procedure tot een vervroegde descente en een vervroegde onteigening niet in strijd is met de Onteigeningswet. Uit de wet kan niet worden opgemaakt dat vereist is dat de vervroegde plaatsopname, als ook het uitbrengen van een mogelijk voorlopig deskundigenoordeel als bedoeld in artikel 54e Ow, moeten hebben plaatsgevonden voordat kan worden overgegaan tot dagvaarding op grond van artikel 54f Ow. Dit volgt evenmin uit de parlementaire geschiedenis. Wel volgt daaruit dat een samenloop van de procedures is toegestaan. Beide procedures zijn in de eerste plaats gericht op het bespoedigen van het proces. Het zou haaks staan op het doel van versnelling wanneer vereist zou zijn dat met dagvaarden wordt gewacht totdat de vervroegde descente heeft plaatsgevonden. Overigens had de gedaagde ook niet inzichtelijk gemaakt dat hij geschaad is door het gelijktijdig aanhangig maken van beide procedures.

In lijn met eerdere rechtspraak

De Hoge Raad oordeelde op 28 juni 2002 overigens al dat artikel 54g Ow (dat bepaalt dat dagvaarding dient te geschieden binnen twee maanden na de vervroegde descente) slechts een regel geeft voor het geval van dagvaarding na een vervroegde descente en geen impliciet verbod behelst om tot dagvaarding over te gaan voordat de vervroegde descente heeft plaatsgevonden. Ook de rechtbank Limburg oordeelde vorig jaar al (bij vonnis van 8 februari 2017) dat uit de Onteigeningswet niet volgt dat de procedure op grond van artikel 54a Ow dient te worden afgerond alvorens tot dagvaarding kan worden overgegaan.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *